Ghandi & Burrito’s

Posted on

Obama schijnt geïnspireerd te worden door filosofen als John Rawls en Hilary Putnam. Albert Einstein en John Lennon noemden Ghandi een inspiratiebron voor zichzelf en voor anderen. De zangeres Katy Perry zong alleen maar keurige religieuze liederen tot ze Alanis Morisette’s ‘You Oughta Know’ op de radio hoorde (waar waarschijnlijk het woord “fuck” -dat in Nederland zonder problemen wordt geaccepteerd – kunstig was uitgebliept) en besloot dat ze ook zo kon gaan zingen. Kortom: een mens –zelfs Katy- wordt vaak door anderen beïnvloed als het aankomt op het maken van keuzes, het maken van een paar veranderingen in je leven, of het ontdekken waar je passie ligt.

Ikzelf –iets minder beroemd, maar daarom niet minder beïnvloedbaar- wilde vroeger een BMX-fiets omdat mijn crush, die aan de overkant van het garageplein verbleef, ook een BMX-fiets had. De keuze om Engels te gaan studeren valt volledig toe te kennen aan mijn liefde voor de Britse band Blur (There must be more awesomeness where that came from!), terwijl het besluit om door Canada te reizen samen viel met mijn enthousiasme voor de poëzie van Elizabeth Bishop, die onder andere schreef over de Canadese provincie Nova Scotia.

Uiteraard blijven die invloeden van buitenaf niet beperkt tot de categorieën Sport, Kunst en Cultuur. Jamie Oliver blijkt namelijk óók te zijn geïnspireerd door Mahatma Ghandi…nee, dat is niet waar: na grondig onderzoek weet ik dat zijn ouders een pub hadden waar hij de groenten mocht wassen. Hoe dan ook, mijn lievelingsrecept voor Chocolademelk – eentje waarbij chilipoeder en echte cacaopoeder noodzakelijk zijn- heb ik gestolen uit de film ‘Chocolat’ (want wie weet lukt het mij ook wel om een Johnny Deppig type binnen te hengelen met mijn chocolademelk). Op dagen dat ik in een halve identiteitscrisis zit, kijk ik de film ‘Stranger Than Fiction’, waarin de combinatie van literatuur en koekjes voortreffelijk wordt uitgewerkt en waarin Maggie Gyllenhaal de getatoeëerde, koekjesbakkende Ana Pascal (mijn rolmodel) speelt.

Toch is er één persoon van wie ik nooit had verwacht dat hij in staat zou zijn om mij te beïnvloeden, en zeker niet op culinair gebied. Ik heb het nu over niemand minder dan de langharige, zuipende, rockende, vleermuis etende Ozzy Osbourne. Van 2002 tot 2005 zond MTV de serie ‘The Osbournes’ uit, waarin het wel en wee van de familie Osbourne te zien was. Nu keek ik de serie niet bijzonder vaak, maar één aflevering staat me nog goed voor de geest: de aflevering waarin Ozzy’s liefde voor de Burrito centraal staat. Mompelend en strompelend volgen we Ozzy door zijn villa, en het enige dat hij enigszins weet te articuleren is “Burrito! Burrito!”. Hij weet het huis uit te komen en gaat naar zijn favoriete Burrito-tent, waar hij -nog net niet kwijlend- toekijkt hoe een mannetje zijn ontbijt/lunch/avondeten in elkaar vouwt.

Als jonge dame van 17 was ik nog niet echt bekend met het fenomeen Burrito, maar na een heuse hersenspoeling van Ozzy Osbourne was ik overtuigd: Burrito’s zijn hemels en ik moet er ook één proberen.

Ozzy Osbourne had gelijk. Ruim tien jaar na het zien van de aflevering durf ik met mijn hand op mijn hart toe te geven dat je mij midden in de nacht wakker mag maken voor een Burrito. Mocht ik ooit op Death Row terecht komen, en er wordt een bestelformulier voor het laatste avondmaal ingevuld, dan staat daar met watervaste stift “BURRITO” op gekalkt (en Baklava). De Burrito is alles wat een mens nodig heeft: voor een gezonde maaltijd maak je een vegetarische versie met bonen, maïs, olijven, ijsbergsla, tomaat, paprika en avocado. Voor kater-dagen gooi je er een hoop kaas in/op en gooi je ‘m verder vol met rundvlees. Zelf houd ik het meest van de Vis-Burrito: in Vancouver, in de buurt Gastown, bevindt zich een Chronic Taco-restaurant waar ik de lekkerste Vis-Burrito’s van de wereld heb gegeten. Omdat Chronic Taco nog geen restaurant heeft in Nederland, en de Taco Mundo hier niet de juiste Vis-Burrito maakt, ben ik genoodzaakt om hem zelf maar te fabriceren met Kibbeling, Refried Beans en natuurlijk de Hot Sauce.

Zoals Obama, Einstein, Lennon en Katy als geen ander snappen, moet je een ware inspiratiebron nooit verloochenen, maar juiste alle credit geven die hij of zij verdient. Mijn dank is dan ook groot dat Ozzy Osbourne het Burrito-evangelie zo overtuigend heeft verspreid. Als ik vanavond mijn Burrito eet, terwijl de koekjes in de oven staan, en ik ondertussen Google afstruin op zoek naar inspiratie voor een nieuwe tatoeage, heb ik verder geen enkel schuldgevoel over de maakbaarheid van mijn persoonlijkheid. “Beter goed gejat, dan slecht bedacht”, zullen we maar zeggen. We heten tenslotte niet allemaal Mahatma Ghandi.


Virginia

Posted on

Momenteel lees ik Virginia Woolfs A Room of One’s Own, en hierin vond ik een stuk dat ik zo mooi geschreven vind,  dat een deel ervan wel gedeeld mag worden:

  At this moment,  as so often happens in London, there was a complete lull and suspension of traffic.  Nothing came down the street; nobody passed.  A single leaf detached itself from the plane tree at the end of the street,  and in that pause and suspension fell. It seemed to point to a river,  which flowed past, invisibly,  round the corner,  down the street,  and took people and eddied them along,  as the stream at Oxbridge had taken the undergraduate in his boat and the dead leaves. 


Gulden Middenweg.

Posted on

 

 “I’ll be the best I’ve been”
– ‘Sally’ by Johnny Flynn.

 

In de waas van de nodige alcohol en een halve XTC-trip, had de man, samen met zijn kameraad, besloten om het resterende deel van de nacht op zoek te gaan naar “De Essentie” van de jonge vrouw in de bordeauxrode jurk met hartjes.

Het bleek niet mee te vallen en was bij tijden ongemakkelijk: ik stond wat te drentelen in de kroeg terwijl zij -met hun rug naar de tap- aan de bar zaten. Als leden van de jury van X-factor zaten ze daar: armen over elkaar, hoofden bij elkaar, blik op mij gericht. Hoewel ik de nodige aandacht heus wel weet te verdragen, werd dit me allemaal toch iets te gortig en ik besloot plaats te nemen op een kruk die naast die van hun stond.

“Er valt geen hoogte van jou te krijgen”, werd er gezegd. “Hoe je er uit ziet strookt niet met hoe je met anderen praat. En wat jij over jezelf vertelt valt niet te rijmen met hoe jij je presenteert, meisje.” Volgens de jury was het onmogelijk dat ik er uit zie zoals ik er uit zie, en ondertussen uit mijn ogen kijk als – jawel- een onschuldige puppy. Drie weken terug werd ik door een date grappend uitgemaakt voor femme fatale; het is nogal een contrast tussen een icoon uit de Film-Noir en eentje uit een Page Toiletpapier-reclame.

De laatste tijd wordt er regelmatig van me verwacht duidelijk te definiëren wie -en wat voor type- ik ben: op sollicitatiegesprekken zelfverzekerd en kundig; tijdens dates wordt er gepraat in binaire opposities: zo ben ik niet, zo wel. Mijn moeder ziet mij op één manier, mijn vrienden op een andere. Levensstijl A past wel bij me, maar B niet. Voor de ene man ben ik een onschuldig meisje, voor de andere een lekker wijf. Ik houd van de stad, of van de natuur. Ben je iemand die graag op de bank een boek leest, of ga je graag uit op je vrije avond? Ben je goed in koken? Houd je van dansen? Drink je veel of juist weinig? Drink je bier of wijn? Ben je onafhankelijk, of heb je veel aandacht nodig? Heel handig zo’n analyse, maar voornamelijk onbetrouwbaar.

Ik ben bijna wit, en heb kroeshaar. Ik heb Duits en Indisch bloed. Heb net als ieder ander een moeder en een vader (en ben ook nog eens gezegend met een stiefvader). Ik slaap met sokken aan, maar mijn voeten steken wel onder het dekbed vandaan. Een abonnement op de sportschool heb ik nooit gehad, maar fietsen is een hobby. Ik snoep graag, maar eet met mate. Mijn borsten zijn klein, mijn achterwerk vrij aanwezig: als de buitenkant al uit van die uitersten bestaat, waarom moet ik mijn karakter dan steeds zo definiëren?

Is er ooit een sterke vrouw geweest die nooit huilde omdat iemand haar teleurstelde? Zijn er mensen die altijd uit willen en nooit op de bank zitten met huispak en slippers? Is het vreemd om van een potentiële partner te verwachten dat er moeite wordt gedaan, hoe onafhankelijk je ook bent als vrouw? Ben ik meteen licht neurotisch of autistisch omdat ik onrustig word van onduidelijkheid? Is het erg dat er voor mij een verschil bestaat in dansen in een kroeg met band, en dansen in een club? Betekent mijn voorkeur voor jurkjes dat ik een lichamelijke slappeling ben? Is het echt noodzakelijk dat er een keuze wordt gemaakt tussen The Beatles en The Rolling Stones? Wat is er zo verschrikkelijk aan de Gulden Middenweg?

Op mijn aller-charmantst adviseerde ik de jury om op te houden met de analyse en genoegen te nemen met wat er naast ze zat, hoe onbegrijpelijk ook. Er werd bier besteld, ik werd overladen met complimenten, en uiteindelijk nam ik –zoals beschaafde dames dat doen-  die gulden middenweg alleen naar huis…”Pa-pa-pa-Page-pa-pa” (“Heel zacht. Heel sterk. En heel veel.”)

 


Posted on

“I am a forest,
and a night of dark trees:
but he who is not afraid of my darkess,
will find banks full of roses
under my cypresses.”

– Thus Spoke Zarathustra by Friedrich Nietzsche