“Daar ga je dan, Nonski”

Posted on

Tijd om te rijden. Hoe langer het wordt uitgesteld, hoe nerveuzer je wordt. Zoals met alles waar je van tevoren zenuwachtig om wordt, is er maar één goede remedie: er gewoon aan gaan beginnen.

De snelweg op: in plaats van linksaf  richting werk, rechtsaf richting Utrecht. Het is zondag, half zeven, de dag begint, er is niemand op de weg, en terwijl je de radio aanzet en van de opkomende zon geniet, verdwijnen al die beren die al weken op de weg naar Frankrijk stonden, als sneeuw voor de zon. “Dit voelt niet anders dan anders”, merk je op, en er verschijnt een grijns op je gezicht. “Daar ga je dan, Nonski!”.

Maastricht was even spannend en in Luik reed je verkeerd: de hele stad door. Langs het water. Maar als je alleen in de auto zit heeft het weinig zin om je druk te maken; niemand komt je op het juiste moment advies geven. Dus je negeerde de Tomtom (die er echt niets van snapte) en gebruikte gezond verstand. Binnen tien minuten zat je weer op de E25.

Bij het tanken in Luxemburg en het oprijden van de tolweg in Frankrijk kijk je naar de toeristen voor je: ‘copy-paste’ en ‘fake it til you make it’ blijken nuttige overlevingstechnieken wanneer je je voor het eerst alleen in een onbekende (verkeers)situatie bevindt.

En dan. Dan rijd je de tolweg af. Net op het moment dat de apenkoppen niet meer zo goed smaken en de cola light dezelfde temperatuur heeft als de auto. Dan omarmt het Franse platteland je met al haar geuren, kleuren, en al die insecten, en speelt de radio ‘Ca Plane Pour Moi’. Pas dán, dan heb je het eindelijk aan jezelf bewezen: “Nu kan ik alles.”

 

Plastic Betrand – Ca Plane Pour Moi


“…my inability to be casual”

Posted on

“I was not disengaged, I was not disinteresed. All I ever did was watch other people and feel curious about them and feel dazzled by their breeziness and wracked by the impossible gaping space between us, my horrible lack of ease, my inability to be casual. And not feel strongly about things? I felt strongly about everything – not just my interactions with people, their posture or their inflections, but also the physical world, the smell of the wind, the precise volume of the radio in the bathroom if it was playing while I brushed my teeth. Everything in the world I liked or disliked, wanted more or less of, wanted to end or to contintue.”
– Prep, Curtis Sittenfeld


Krantenknipsel 1940

Posted on

Een krantenknipsel uit 1940. Nederlandse politie moest gevangenen afleveren bij een werk- of concentratiekamp. Achtenzestig mannen en vrouwen: juristen, universitair personeel, Rabbijnen: stuk voor stuk Joods. Het gezelschap dat de gevangenen in ontvangst nam: Totenkopfverbände of: kamppersoneel. Twee rijen dik. Met in hun handen stokken, stenen, knuppels en kettingen.

De commissaris, die natuurlijk al nattigheid voelde, eiste van de kampcommandant dat de gevangenen ongeschonden het kamp in zouden worden geëscorteerd. In repliek bedankte de commandant voor het afleveren van de gevangenen, en gaf hij aan dat de commissaris en zijn mannen nu wel weer konden vertrekken.

Het politiekorps, machteloos en verward, deed wat hen werd opgedragen, en vertrok.

De gevangenen werden inderdaad geëscorteerd, maar alles behalve ongeschonden. Om bij het kamp te komen, moesten ze tussen de twee rijen bewapende nazi’s door: terwijl de politie de rug toekeerde werden de achtenzestig onschuldige mannen en vrouwen afgeranseld.

De commissaris draaide zich om bij het horen van gehuil, gejammer, het geschreeuw om hulp. Wat hij van tevoren had gevreesd werd waarheid. Daar, op gehoorafstand van hem en zijn personeel, stierven twaalf van de achtenzestig mensen die hij had afgeleverd.

“Doorlopen, mannen. Doorlopen.”

 

Ze bleven lopen.