“…so I trust too”
– J. Masefield
Ieder jaar weer, zo rond midden augustus, kom ik in een modus terecht die bijna hetzelfde voelt als wanneer je voor de eerste keer op je fiets stapte om vervolgens naar je nieuwe middelbare school te fietsen. De zomer was voorbij, de wind was koeler, en je kon de herfst al ruiken. Natuurlijk was die opkomende herfst wel het laatste waar je bij stil stond in die eerste week op school: de enige prioriteit op dat moment was het zo onopvallend mogelijk voortbewegen tussen de kinderen uit de “tweede” en eventuele hogere klassen. Kinderen uit de tweede klas hadden zelf met veel pijn en moeite het eerste jaar doorstaan en konden nu niet wachten tot ze al hun opgekropte frustratie mochten loslaten op de newbies, die met te grote tassen en te grote ogen als een kudde angstige gnoes voor het roosterbord stonden en zo snel mogelijk veilig voor het juiste klaslokaal wilden staan (te laat komen is wel het laatste wat je wilde in die eerste maand). Verder moest je snel een groep vrienden uitzoeken, en het was essentieel dat je het juiste boekenpakket had, want stel je voor dat de leraar iets zou vragen, of dat je iets moest kopiëren uit een boek van iemand die je nog amper kende!
Gelukkig ben ik inmiddels gnoe-af. Ik heb zo goed als wortel geschoten op de VU… hier en daar lopen er nog een stel andere eeuwige studenten die mijn aanwezigheid daar na 5 jaar nog rechtvaardigen. Maar het onrustige gevoel dat omhoog komt wanneer september nadert en het herfstig wordt blijft altijd: het nieuwe school-/collegejaar begint bijna! En als vanzelf, als een eekhoorn die op een dag ad random nootjes begint op te slaan als winter voorraad, zonder voorbedachte rade of een zorgvuldig uitgedacht plan, begin ik met het inslaan van schrijf-, opberg-, en studiebenodigdheden. Nieuwe mappen, nieuwe tabbladen, nieuwe pennen, nieuwe vullingen, nieuwe mappen op mijn externe harde schijf, nieuwe schrijfblokken: alles wordt ingeslagen en aangemaakt. De kans is groot dat mijn kamer na twee maanden alsnog een chaos is, maar ik heb het in ieder geval allemaal in huis: mocht ik opeens netjes en geordend willen en kunnen leven. Het voelt als nieuwe kans in een vastgeroeste relatie; je weet dat er eigenlijk niets is veranderd, maar de eventuele mogelijkheid dat het nu beter, leuker, makkelijker en overzichtelijker wordt geeft genoeg moed om het nóg maar eens te proberen. Ze noemen het toch niet voor niets ‘beginnen met een schone lei’?
Datgene wat voor velen de bevestiging is dat het nieuwe collegejaar daadwerkelijk is begonnen, is de aanschaf van een nieuwe agenda. Sommige mensen doen hier maanden over en lopen iedere kantoor- en boekhandel af die zich in dit land bevindt, op zoek naar een agenda die meer aan de eisen voldoet dan die van vorig jaar. Grootte, schrijfruimte, een halve week per pagina of juist maar één dag…en moet hij dan vrolijk zijn, of juist zakelijk, en ringband of gewoon gebonden? Het is een ingewikkeld en intensief proces, het uitkiezen van een boekje dat na verloop van tijd vol komt te staan met krabbeltjes, en volgepropt zal worden met A4-tjes, die zonder uitzondering van belang zullen zijn voor een soepel verloop van de rest van je leven.
Er zijn mensen die ‘de ware’ agenda al hebben gevonden: ze zweren ieder jaar weer bij hetzelfde type Moleskine: “want hij is zo lekker zacht, er zit een handig opbergvakje in, en je hebt zoveel schrijfruimte”. Of ze hebben zo’n lege huls met twee ringen in het midden waar ze gewoon ieder jaar weer een nieuwe navulverpakking agendabladen in klikken: heel efficiënt, als je het mij vraagt.
Anderen zijn al zover doorgeschoten in de technologie-evolutie van tegenwoordig, dat ze agenda’s bijhouden op hun Blackberry, iPhone, laptop, of iets anders elektronisch (vaak zijn dit mannen), en ik hoop vurig dat ik nooit tot deze groep mensen gerekend zal kunnen worden.
Voor mij zijn er maar een paar punten waar ik op let bij het kiezen van mijn agenda: hij moet vrolijk zijn, compact, en het liefst met ringband…oh, en hij mag natuurlijk niet te duur zijn. Dus ieder jaar maak ik in augustus een tripje naar de HEMA, waar de agenda’s aan al mijn criteria voldoen, en ieder jaar als ik net iets te lelijk mijn persoonlijke gegevens op de eerste pagina krabbel, ervaar ik weer een gezonde gnoe-spanning: wat zal er gaan gebeuren? Wie zal ik ontmoeten? Zal het leuker worden dan vorig jaar? Eén ding is zeker: Ik ben er helemaal klaar voor, en ik heb er meer dan zin in!