Het was nooit de bedoeling geweest een Rottweiler te nemen. Maar toen we, onderweg naar het asiel in Breda, in een cd-winkel een grote knuffelige mannetjes Rottweiler zagen, was dat opeens een optie. En natuurlijk zat er een Rottweiler in dat asiel; slank, glimmend, met een verschrikkelijk rood sjaaltje om haar hals: Ranka. Ze sprong tegen de tralies op, en wij gingen een stukje met haar wandelen. Het eerste wat ze deed zodra je haar aanhaalde was tegen je benen aanleunen. We waren gelijk enthousiast. Maar mijn moeder had het laatste woord: “We nemen haar mee naar huis, maar dat afzichtelijke sjaaltje gaat af!” Dat we daarna ruim een half uur bezig waren om haar de auto in te krijgen, laten we even achterwege.
Thuis was Ranka een beetje als een olifant in een porseleinkast. Ze luisterde in het begin niet naar haar naam. Toen we met haar naar het strand gingen brak de hel los; ze rende achter iedere bal aan en was niet te corrigeren. Uren hebben we achter haar aangerend. Thuis at ze schoenen en tassen…eigenlijk at ze alles van leer, en ze was duidelijk geen hond die gewend was aan een rol binnen het gezin. Mijn moeder gaf niet zomaar op: Ranka had, in de 2 jaar tijd dat ze bestond, al 4 keer eerder in een asiel gezeten en hordes puppies ter wereld gebracht: ze verdiende een goed huis en een eerlijke kans. Dus mijn lieftallige moeder ging met haar naar hondentraining.
Dat was het slimste wat ze had kunnen doen, want daarna was Ranka een andere hond…of in ieder geval een stuk georganiseerder en rustiger. Mijn moeder en Ranka werden een onafscheidelijk team.
Ranka paste perfect bij ons; ze trok een breedbekkikker-bek wanneer ze zichzelf krabde, liet constant scheten (het liefst als er visite was), had een passie voor spaghetti en brood, hield ontzettend van aandacht, spitte soms de hele tuin om, lag ‘s zomers in een zelfgegraven kuil onder de olijfboom, en had altijd (zelfs op latere leeftijd) een puppyhoofd met een dubbel gevouwen lip wanneer er iemand in de buurt zat te eten. Wanneer je haar ging uitlaten kon je bij het zebrapad er vanuit gaan dat ze wachtte…naar je opkijkend tot je de magische woorden “Toe maar!” zei, waarna ze als een op hol geslagen paard naar de overkant hupste.
Mijn moeder kon ongeveer met haar praten. Gisteren nog; toen Ranka haar medicijnen op de grond liet vallen omdat ze de smaak niet kon waarderen. “Opeten, Ranka”, zei ze. Ranka keek op naar mijn moeder, en weer naar beneden naar die pil. “Ja, opeten!” Ranka keek opnieuw naar mijn moeder, en weer naar die pil, en at hem vervolgens toch maar op. Daarna kreeg ze natuurlijk wel een plakje worst.
Maar vandaag, na 10 jaar Ranka, loopt de boel op zijn eind.
Ze is op: bejaard, wil geen eten meer (zelfs geen spaghetti, worst, of brood), en er is weinig meer over van de blije Ranka die ze tot een week geleden nog was. Vanmiddag komt de dierenarts en krijgt ze een spuitje. Ze was trouw, ze was lief, grappig, waaks en onze (maar vooral mijn moeders) hond. En ik ben ontzettend blij dat we haar tien jaar geleden uit dat asiel mochten meenemen.
We gaan haar echt verschrikkelijk missen.