15 jaar

Posted on
’s Ochtends vroeg kwam ik naar beneden. Het was midden september. Mijn vader sliep nog en, zoals gewoonlijk in die periode, lag er nogal wat papierwerk op de tafel bij het bed. ik schoof wat door de documenten en mijn blik bleef hangen op een klein, ogenschijnlijk nietzeggend, stukje geschreven tekst:
“Het is genoeg. Na de verjaardag van Wil [mijn moeder] wil ik sterven”.
Ik was 9 jaar. En daar, in de woonkamer van mijn huis, in het donker van een herfstachtige ochtend, met mijn vader zwaar ademend in een ziekenhuisbed, las ik dat mijn vader dood wilde.
Vandaag is het 15 jaar geleden dat mijn vader stierf.
Ik wilde er iets over schrijven omdat ik eigenlijk alle voorgaande jaren tegen dit jaar aan heb lopen hikken; dit was namelijk het laatste jaar dat mijn vaders graf bestond. Maar zo vaak heb ik zijn graf niet bezocht, en ik zou ook niet goed weten waarom ik dat nu wel zou willen doen. Het enige wat ik misschien voel is wat Coetzee een “residue of sadness” zou noemen.
Misschien wil ik eigenlijk alleen maar zeggen dat alles goed gekomen is. Sterker nog, het is nooit niet goed geweest: ik heb een heerlijke jeugd gehad, zowel voor als na mijn vaders dood. Nadat hij stierf heeft mijn moeder als 36 jarige weduwe ons ontzettend goed opgevoed. Na 6 jaar is ze getrouwd met de liefste man op aarde en mijn broertje en ik hadden geen lievere, leukere en betere stiefvader kunnen “krijgen”.  Natuurlijk ging het soms niet zo goed, maar dat valt te verwachten en uiteindelijk is dat niet erg. Er zijn altijd ergere dingen in de wereld.
Het is nooit dramatisch geweest. Maar wel sneu. Sneu dat hij niet kan zien hoe mijn broertje en ik geworden zijn. Sneu dat zijn leven zo snel over was. Sneu dat de eerste begrafenis van je leven die van je eigen vader is. Sneu dat je als kind alleen met je vader thuis bent wanneer hij een beroerte krijgt. Sneu dat we nooit echt zullen weten hoe onze vader in elkaar zat omdat we te jong waren om hem écht te leren kennen. Sneu omdat mijn moeder zich altijd moet afvragen of ze het wel goed heeft gedaan in haar eentje, en dat ze altijd de strijd met zichzelf moet aangaan omdat ze zich elke keer weer realiseert dat we maar één ouder hebben (ookal weten wij allang dat onze stiefvader er altijd voor ons zal zijn). Sneu, omdat je op 23 jarige leeftijd in tijden van dronkenschap moet huilen omdat één of andere hitsige accordeonspeler uit Barçelona het nummer “Tulpen uit Amsterdam” speelt, en je je opeens realiseert dat je vader dat altijd voor je zong voor het slapen gaan. Sneu, omdat je nooit echte ruzie met je vader hebt gehad over je tatoeages en de jongens met wie je je inlaat. Sneu, omdat ik nooit meer kan vergeten hoe mijn hart brak toen mijn moeder vertelde dat ze een nieuwe vriend had, en ik voor het eerst mijn broertjes verdriet zag toen hij huilde: “en pappa dan?!”
Uiteindelijk verliest iedereen een dierbare. En hoe ouder je wordt, hoe meer mensen er wegvallen. 15 jaar geleden, op die ochtend in september, na het lezen van die ene regel geschreven door de nachtzuster, was ik ervan overtuigd dat ik ook dood zou gaan als mijn vader er niet meer zou zijn. Maar nu zit ik hier, 15 jaar later, bijna afgestudeerd aan de universiteit, op kamers en met grootse plannen; ik leef nog steeds, ben gelukkig, en mijn broertje en mijn moeder ook. Ik heb die grafsteen niet nodig om me mijn vader te herinneren; ik heb mezelf.
Funeral Blues
 
Stop all the clocks, cut off the telephone,
Prevent the dog from barking with a juicy bone,
Silence the pianos and with muffled drum
Bring out the coffin, let the mourners come.

Let aeroplanes circle moaning overhead
Scribbling on the sky the message ‘He is Dead’.
Put crepe bows round the white necks of the public doves,
Let the traffic policemen wear black cotton gloves.

He was my North, my South, my East and West,
My working week and my Sunday rest,
My noon, my midnight, my talk, my song;
I thought that love would last forever: I was wrong.

The stars are not wanted now; put out every one,
Pack up the moon and dismantle the sun,
Pour away the ocean and sweep up the wood;
For nothing now can ever come to any good.

W.H. Auden.


Anger Management

Posted on
This room it keeps a constant tone
While I’m on a rollercoaster
 – Kate Havnevik
Mijn vader was een vrij agressieve man. Niet dat hij geen dag voorbij liet gaan zonder mensen een dreun te verkopen, maar wanneer je ‘m boos maakte had je ook daadwerkelijk een probleem. Regelmatig kregen mijn broertje en ik een slipper naar ons hoofd en ik kan me zelfs herinneren dat ik een glas naar me toegesmeten kreeg (hij mikte niet gericht, hij wilde gewoon dat ik bang werd en ophield met jengelen).
Lang dachten we dat mijn broertje degene was die deze eigenschap van mijn vader had overgenomen: ik was sterker in woord dan hij, en als ik irritant was kreeg ik dan ook regelmatig een stomp als antwoord op mijn gezeur. Als klein kind beukte hij zijn hoofd tegen de vloer of probeerde mijn moeder ernstige trauma’s te bezorgen door haar te bijten.
Helaas bleek in de loop der jaren het tegendeel waar: niet mijn broertje was degene met onbedwingbare woedeaanvallen (ook wel, maar ze werden minder), maar dat rustige, lieve, verlegen meisje…ik dus. Ik rende thuis mijn lieve broertje achterna met een mes, schopte gaten in mijn kamer deur, trok de deurklink uit de deur, of sloeg zo hard met de deuren dat de ruiten eruit vielen. Wanneer ik niets had om te slopen begon ik hysterisch te schreeuwen, waarmee ik vaak mijn vijand (lees: mijn lieftallige broertje) de stuipen op het lijf joeg.
Gelukkig ben ik ben niet snel boos. Maar dat is ook gelijk het probleem: ik word nooit boos en houd veel te vaak mijn mond dicht wanneer ik me ergens aan irriteer: ik wil niet zeuren, ik heb geen zin in gezeik, en ik vind het simpelweg gênant om redenen voor mijn irritaties te moeten geven omdat deze vaak van emotionele aard  zijn en niet zijn weg te werken met rationele praat. Zelfs wanneer ik een kans krijg om mijn ontevredenheid uit te spreken heb ik de neiging om mijn mond dicht te houden. Heel irritant, maar ik krijg ’t m’n strot gewoon niet uit.
Uiteindelijk hopen de irritaties zich natuurlijk toch op, mijn ontevredenheid groeit gestaag, en ik krijg opeens enorm veel agressieve energie. Normaal gesproken fiets ik die agressie eruit, maar soms lukt dit niet. En dan, op een dag als vandaag, komt die woede in alle hevigheid op. Iedereen moet het dan ontgelden; inclusief ikzelf. Spullen vliegen door de kamer, iedereen die me in de weg zit zal merken dat ik boos ben, ookal weet ik dat ik misschien een tikje doordraai.
Vandaag was dus zo’n dag. And it was not pretty. Nu is nog steeds niets uitgesproken, maar om dat te rechtvaardigen heb ik natuurlijk ook weer een gewéldig excuus verzonnen. En zo regelen we uitstel van executie, wachten we weer rustig op de volgende woede/frustratie-aanval, en probeer ik ondertussen toch aan iets als Anger Management te doen. In ieder geval stap ík morgen gewoon weer op de fiets!

Leermomentje

Posted on
In 2007 ging ik voor een maand werken in een natuurreservaat in Botswana.
Voor vertrek kreeg ik een soort training waarin wij als jonge Europeanen werden klaargestoomd voor het continent Arika.
Omdat ik naar Botswana ging kreeg ik een begeleider die zelf ook naar Botswana was geweest. Tijdens onze laatste bijeenkomst vroeg onze begeleider of er iemand uit onze groep homoseksueel was. Dit was niet zo, of het werd niet uitgesproken…toch vertelde onze begeleider ons dat homoseksualiteit niet bestond in Botswana. Het bestaan wordt genegeerd, maar tegelijkertijd is homoseksualiteit ook strafbaar. Wat natuurlijk bijzonder krom is.
Tijdens mijn verblijf in het natuurreservaat  zaten er twee jongens bij mijn groep die overduidelijk op mannen vielen. Het was werkelijk onmogelijk om dit niet te zien, dacht ik. Toch vroeg één van de locals tijdens een avondje cider drinken bij het kampvuur aan één van deze heren of hij weleens seks had gehad met het meisje waarmee hij op reis was. Er viel een ongemakkelijke stilte onder de Europeanen en we wachtten met spanning op het antwoord van de jongen. “No, she’s not my type…”, is wat hij lacherig zei. Een paar dagen later stoeide een niet-homoseksuele man met diezelfde local, die bij wijze van grap schreeuwde: “What you are doing is illegal in this country, you know?!”
Ik vond, en vind, het allemaal wat treurig, maar stond er niet meer zo bij stil. Ook omdat diezelfde vakantie ik erachter kwam dat er onder sommige mensen het idee bestaat dat je alleen besmet raakt met HIV als je onbeschermde seks hebt met een zwarte vrouw of man, maar niet wanneer je seks hebt met een blanke. “Stick to the white chocolate, and avoid the dark…then you’ll be allright!” WTF!?
Hoe dan ook, vandaag liet één van die locals uit Botswana een berichtje achter op Facebook: “ther s ths new virus in botswana that is spreadn faster than HIV, Dats homosexuality.”
Nu ben ik niet een geboren moraalridder, maar domme mensen kan ik niet uitstaan, en dus kon ik het niet laten om nogal heftig op zijn berichtje te reageren.
Het vervelende vind ik dat het niets zal uitmaken wat ik zeg. Ik woon in Nederland, praktisch in Amsterdam, en mij is altijd geleerd dat het niet erg is om homoseksueel te zijn. In Botswana wordt homseksualiteit door de autoriteiten niet geaccepteerd, dus waarom zou je verwachten dat burgers dit wel doen? Ik voel me aan de ene kant schuldig dat ik zo heftig heb gereageerd op zijn uitspraak, maar aan de andere kant; moet alles maar gedoogd worden omdat men niet beter weet? Dat denk ik eigenlijk niet.
Het is best interessant, al deze verschillen in culturen, maar  zeker ook heel lastig als het om dit soort onderwerpen gaat. Er zullen ook wel tig studies zijn die zich bezighouden met deze problematiek. Daarom besloot ik het maar kleinschalig te houden en er maar even een zogenaamd “leermomentje” van te maken. Vandaar het volgende verzoek: mocht ik ooit iets heel doms zeggen, door het horen of lezen van verkeerde informatie, of simpelweg door gebrek aan kennis: zeg er dan alsjeblieft iets van! Want misschien luister ik wél, ga ik erover nadenken, er misschien zelfs iets over lezen, en verander ik uiteindelijk van gedachten. Dan eindig ik als een slimmer mens en kwets ik uiteindelijk minder mensen met achterlijke uitspraken..en daar doe ik het voor!